Begin 2022 zijn de nieuwe wetten voor digitale contracten ingegaan. Deze wetten, opgesteld vanuit de Europese Unie, moeten online uitwisseling of verkoop makkelijker maken. Het gaat hierbij om goederen, maar ook om digitale inhoud, zoals data. Wat is er veranderd en wat betekent dit voor onze data?  

  

Zekerheid  

De nieuwe regels geven zekerheid voor zowel kopers als verkopers. Voorheen vermeden veel verkopers hun goederen of content over de grens te verkopen omdat ze afgeschrikt werden door de juridische complexiteit. Zo kan digitale content gecategoriseerd zijn als verkoop-, diensten- of verhuurcontract, en dit verschilt van land tot land. Met de ingang van de nieuwe regels hebben online verkopers binnen de EU nu te maken met dezelfde wetten. Hierdoor hoeven ze niet voor elk land waaraan ze goederen leveren te bepalen welke wetten gelden voor hun online handel.  Dit was met name een probleem bij verkopen van digitale inhoud; juist die contracten werden in veel verschillende categorieën geplaatst. Bijna de helft van de verkopers binnen de EU gaf aan de verschillen in wetten rondom contracten te zien als belangrijke barrières voor online verkoop over landsgrenzen.   

  

Ook de consument (koper) krijgt er meer zekerheid bij. Want voor de koper van digitale content ging het nog wel eens mis. In 2015 hadden één op de drie online gebruikers problemen met de digitale inhoud van muziek, games en cloudopslag. Slechts tien procent van hen vond een oplossing voor hun probleem. Daarnaast nemen veel mensen niet eens het besluit iets te kopen van buitenlandse websites omdat ze er weinig vertrouwen in hebben dat de aankoop probleemloos zal verlopen. In de nieuwe regels heeft de EU vastgesteld dat er een garantieperiode is van twee jaar op online aankopen. Ook moet, bij gebreken in het eerste jaar, de verkoper aantonen dat het product wel van kwaliteit was bij de verkoop. Als het probleem zich blijft voordoen, heeft de consument recht op vergoeding of kan het contract worden ontbonden. Deze rechten gelden ook wanneer er niet met geld is betaald voor de dienst, maar met bijvoorbeeld persoonlijke data.  

Er zijn twee belangrijke limieten aan deze wet voor consumenten. De rechten gelden niet als het gaat om een dienst waarbij digitale middelen enkel worden gebruikt als ‘overdrachtsmiddel’. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een vertaalservice, waarbij een menselijke vertaler digitale middelen gebruikt om de te vertalen tekst te ontvangen en de vertaling via digitale middelen opstuurt. Daarnaast gelden de rechten ook niet als er niet is betaald voor de dienst of het product. Open source diensten vallen dus niet onder deze wet, omdat er geen data of geld wordt geruild voor het gebruik van deze diensten.   

  

Met het gelijktrekken van de wetten voor digitale contracten binnen de EU hoopt de EU online handel tussen lidstaten te vergroten. Verkopers en kopers weten beter waar ze aan toe zijn, ook als ze buiten de eigen landsgrenzen online aankopen doen.   

  

Data  

Een belangrijk element in deze wet is dat data expliciet wordt erkend als middel, bijvoorbeeld om aankopen mee te doen. Voor eerdere wetten gold vaak dat er met geld moest worden betaald voor een dienst of goed (een fiscale transactie) voordat er rechten konden worden toegekend. Dat is nu niet meer het geval. De EU erkent persoonlijke data niet als regulier goed waarmee gehandeld kan worden (zoals geld of andere producten), maar ziet wel in dat digitale producten of diensten worden geleverd op voorwaarde dat de consument persoonlijke data beschikbaar stelt. Deze persoonlijke data kan direct worden geleverd, of kan worden gegenereerd bij het gebruiken van de online dienst. Hoewel de EU al wetten heeft om het bewaren en gebruik van persoonlijke data te reguleren (bijvoorbeeld de GDPR/AVG), is het voor de EU ook van belang dat de consument contractrechten kan ontlenen aan het geven van persoonlijke data in ruil voor een dienst of goed.   

  

Er zijn wel grenzen aan deze rechten. De nieuwe EU wetten gelden niet wanneer er slechts metadata wordt gebruikt, of wanneer persoonlijke data alleen wordt gebruikt om nodige informatie te verschaffen om een verkoop mogelijk te maken, bijvoorbeeld tijdens een leeftijdscontrole bij de online verkoop van alcoholische producten. Ook mag een website met digitale content nog altijd advertenties tonen en bijhouden hoe consumenten op de website navigeren. Gebruikersdata van een bepaalde software ophalen bij een consument maar weigeren deze consument te helpen als de software fouten blijft geven, mag niet.   

Of biomedische data ook onder deze wet zal vallen, is nog even de vraag. Indien een zorgprofessional de data verstrekt of nodig heeft, is de wet namelijk niet van toepassing. Wanner de data nodig is voor een medisch apparaat of een medische service die niet per se voorgeschreven moet worden door een zorgprofessional, is de wet wel van toepassing. Kortom: als je de dienst (zoals een app) of het apparaat ook zou kunnen krijgen zonder dat deze wordt voorgeschreven door een zorgprofessional, gelden dezelfde regels als voor iedere andere handel met data. Als consument heb je dus, vanaf dit jaar, recht op hulp als je niet-medische app slecht functioneert, ook al heb je ‘slechts’ met data betaald.  

Wie bepaalt en hoe wordt bepaald of de kwaliteit van bio-medische data van juiste kwaliteit is? Of valt dit onder de open source diensten?   

Is denk ik niet relevant omdat het niet als medische data an sich gaat maar slechts om data die wordt gedeelt via bijv. Gezondheidsapps die door de gebruiker zelf kunnen worden gedownload, geüpload, etc. Het gaat dus niet om medische data zelf en het toezicht daarop.